De bediening van de verlichting, wissels, treinrichting en snelheid wordt afgewerkt in een bedieningskast. Om op meerdere locaties langs de baan de zaak te kunnen bedienen wordt de bedieningskast drie maal uitgevoerd. Voor elke bouwfase is een besturingskast voorzien.
Er zijn drie schuifpotmeters gemonteerd, voor elke treincircuit één. Door middel van een drukknop kan bepaald worden welke bedieningskast welke trein bediend. Dus ook in bedieningskast 2 en 3 zijn drie schuifpotmeters gemonteerd om vanuit deze kast de treinen te kunnen besturen. De rijrichting wordt bepaald door een drukknop per voeding toe te passen die het spanningspotentiaal op de rails omkeert. (zie treinbesturing)