Niet iedereen is op de hoogte hoe je meerdere treinen gelijktijdig op dezelfde rails kan laten rijden en hoe de rijrichting geschakeld wordt. Ik zal een poging doen dit uit te leggen aan de hand van de tekening:
Onderstaand verhaal is niet meer de huidige schakeling, maar is prima voor uitleg hoe één en ander werkt.
De totale voeding bestaat uit 3x regelbare voedingen (kosten +/- € 10,00 per stuk, excl. trafo) Op de voedingen zitten instelpotmeters van 4K7. Deze heb ik verwijderd en vervangen door schuifpotmeters van 1K-lineair en in de regelkasten gebouwd. De reden van de waarde van 1 K is dat je met de gebruikte trafo’s de snelheid van de treinen een beetje in de hand houdt. De uitgang van de voeding is verbonden met een twee-polige wisselschakelaar. Omdat wij op drie verschillende plaatsen de treinen kunnen bedienen hebben wij geen schakelaars toegepast maar relais.
Deze relais worden in de huidige situatie aangestuurd door een stuk elektronica.
De drie schakelaars worden met één poot aan elkaar verbonden en aan de middenrails aangesloten. Zie de stippellijn.
De andere poot van schakelaar S1 is verbonden met de rechter rails en bediend motor M1, de linker rails via schakelaar S2 en bediend motor M2 en de bovenleiding via schakelaar S3 en bediend motor M3. Alle motoren hebben dus één gemeenschappelijke retourleiding via de middenrails.
Afhankelijk van de stand van de schakelaar is de rails of bovenleiding dus positief of negatief ten opzichte van de middenrails.
Om kortsluiting te voorkomen moet elke regelbare voeding een eigen trafo hebben of een trafo gebruiken met meerdere gescheiden wikkelingen. Wij hebben gebruik gemaakt van een trafo met twee wikkelingen en een trafo met één wikkeling.
De spanningsregelaar (de “transistor” op de print) is op een koelplaat gemonteerd. Meerdere regelaars op één koelplaat kan, maar dan wel geïsoleerd monteren zodat ze elektrisch geen verbinding met elkaar hebben.