Om een beeld te krijgen wat dit inhoudt, eerst wat cijfers op een rij.
Wanneer de drie bouwfases samen opgeteld worden:
- het complete spoor wordt onderverdeeld in 60 baanvakken
- 2 baanvakken buiten de beveiliging gehouden (historisch deel en kolenmijn, geen treinactiviteit.)
- 6 baanvakken zonder beveiliging (geen seinen, alleen meetpunt)
- 52 volledig beveiligde baanvakken
- 106 hall elementen verwerkt in de 54 baanvakken.
- 37 wissel-uitleespunten
- 3 rijrichting-uitleespunten
- 9 uitleespunten voor rangeersporen
- 5 uitleespunten voor bepalen van de liftpositie (verdieping)
- 1 uitleespunt voor de noodstop van de lift
- 1 uitleespunt voor de status van het beweegbare dak boven het werkspoor (open of dicht)
- 1 noodstop-uitleespunt (Parallel geschakeld over meerdere locaties op de zolder)
- 1 uitleespunt ter controle op aanwezigheid van de hoofdvoeding
- 3 baanbeveiligingen, spanningsonderbrekers
- 3 Computergestuurde spanningsregelaars, biedt de mogelijkheid de treinen op elke willekeurige snelheid te laten rijden.
- 300 meter UTP kabel (TBV de beveiliging)
- 12 prints (één hoofdprint , twee mulitplexer prints, zes hall concentrator prints op diverse locaties onder baan en drie rijsnelheidsvertragingsprints)
- 29500 regels Visual Basic code (op dit moment, 11-01-2017)