Bekabeling, een essentieel onderdeel van een modelspoorbaan. Stroomvoorziening van het spoor, stuur- en signaalkabels, verlichting, aansturing van wissels, pompjes, motortjes en andere objecten die van spanning voorzien moeten worden vereisen een grote hoeveelheid bekabeling.
Na de laatste telling (20/02/2010) staat de teller op ruim 1,5 Km! aan UTP* kabel.
* UTP kabel: Unshielded Twisted Pair, In de volksmond ook wel patchkabel genoemd, bekabeling die o.a. gebruikt wordt voor gebouwbekabeling in computernetwerken.
Alle kabels worden aan één zijde afgewerkt in een verdelerkast op zogenaamde LSA-blokken.
Een goede administratie van de kabels en de plaats op de verdeler is natuurlijk bittere noodzaak. Hoe vind je anders tussen de tientallen kabels de juiste kabel en aansluiting als er een wijziging in de schakeling moet plaatsvinden.
Het gebruik van een LSA verdeler heeft het grote voordeel dat bij wijzigingen in de schakelingen niet het hele parcours opnieuw getrokken hoeft te worden of dat je onder de tafel moet sleutelen. Alles is nu op de verdeler te schakelen.
Deze oplossing vergt wat meer kabel, maar de voordelen (flexabiliteit) weegt zeker op tegen de besparingen in de hoeveelheid kabel. Daarbij kunnen wij door onze technische achtergrond redelijk makkelijk aan restpartijen UTP kabel en LSA stroken komen.
Een blik aan de onderkant van de tafel levert het onderstaande resultaat. Door de fase-uitbreidingen loopt de bekabeling niet helemaal zoals wij wensen, met achteraf uitbreiden en toevoegen zal je wat concessies moeten doen aan de schoonheid aan de onderkant van de tafel.
De voedingen, treinbesturingsprint en wisselbedieningsprinten (details zie overige hoofdstukken) bevinden zich op één bord die buiten het emplacement aan een muur is geschroefd. Het moge duidelijk zijn dat een groot deel van de bekabeling afgewerkt is op dit bord.